Het is nat en grijs, de tuin geïnspecteerd, behalve een paar sprietige helleborussen geen voorjaarsbloeier te zien.
Ik was er al bang voor: vergane glorie.
gepoetst en ramen gelapt en steeds weer van het ene naar het andere huis wegens vergeetachtigheid. Gelukkig heb ik en zal ik nog eea. fraais in potten doen.
Negen januari
Oud worden en zich het licht
herinneren van januari
denken: er is niets verloren
dan deze korte afwezigheid
het licht is grijzer dan de haren,
bomen stiller dan de tijd
mist verzacht het zwijgen.
de kilte werd niet voorbereid.
en in de milde warmte van de kamer
sla ik het boek van jaren
open op het liefste blad.
wit staart me tegen
alsof het niets te zeggen had.
dan gaat de stilte wegen.
Marleen de Crée