Volvo

hij walst me in zijn boring uglyness
naar zondoorstoofd koren
de koekoek in de middag
de geuren van mijn jeugd
mijn tenen knipogen weerbarstig rouge
en we neurien zacht:
“how fragile we are – how fragile we are”

Luister naar dit gedicht

Dit bericht is geplaatst in Gedichten. Bookmark de permalink.