Van Frouke Arns:
Goesting
Ondergronds verkleurden
Je ogen naar een helser blauw.
Met stroeve tannines in je stem
wees je ze aan. de lang gerijpte
op eiken, de jonge, de zoete en zij bleef maar
vragen over soorten, oogst en streek
met haar hand het stof van de hals
en alles klopte toen jij het ontkurkte
het zachte walsen, het mondjesmaat
proeven en iemand die aan de trap riep hé
waar blijven jullie nou
Uit de bundel: Mensen die je misschien kent.
Uitgeverij Marmer